Boomziektes
Bomenrooi en Boomverzorgingsbedrijf
Boomverzorgingsbedrijf Jan Beers
Cranenburgsestraat 107,
6562 LT Groesbeek Gem. Berg en Dal.
Tel: 024-3976168 Mob: 06-53139375
Enkele boomziektes en andere veroorzakers van schade.
Hieronder een overzicht van enkele bekende in Nederland voorkomende boomziektes, met daarbij een kort (mogelijk) behandelplan om
de verspreiding van de besmetting tegen te gaan en een oplossing voor de betreffende boom waardoor het ruimen van één of meerdere
‘besmette’ bomen voorkomen kan worden.
Bacterievuur.
Bacterievuur is een besmettelijke ziekte, die gezien het gevaar van besmetting, relatief weinig voorkomt.
Constatering:
Een boom met bacterievuur is te herkennen aan het hout wat paars gekleurd is, de knoppen en bloesem sterven af en hieruit komt
boomvocht vrij. Bacterievuur komt voor in soorten van de familie roos - appel - kers – achtigen. De perenboom, meidoornboom,
(sier)kersboom en verwante soorten kunnen hieraan lijden.
Bestrijding:
Als een boom deze ziekte heeft, dan dient in veel gevallen de boom direct gekapt worden. Ook moet dit gemeld worden bij de
boomspecialist van de gemeente. Wanneer bacterievuur toegeslagen heeft op de tuin of op het complex, dan moet alle moeite
gedaan worden om de ziekte uit te roeien. Daartoe dienen de ziektehaarden opgeruimd te worden door de zieke plantedelen weg
te snoeien, of bij meerdere aantastingen aan één boom door deze tegen de grond af te zetten of te rooien.
Iepziekte.
De schimmel tast uitsluitend iepen aan. Zij wordt in Europa overgebracht door de grote iepenspintkever (Scolytus scolytus) en de kleine
iepenspintkever (Scolytus multistriatus). De schimmelinfectie begint in de jongste jaarring van de boom en kan zich via het
houtvatensysteem verder verspreiden naar de hele boom.
Constatering:
De boom produceert als reactie thyllen, een gomblaas om de groei van de schimmel te stoppen, maar daardoor raken die vaten ook
verstopt waardoor als gevolg sterfte van de boom optreedt. Midden in de zomer is het blad, normaal gesproken, fris en groen. Een
zieke iep vertoont te vroeg herfstkleuren. Het blad verkleurt naar geel tot bruin en valt af. Dit begint met één tak en kan zich in
enkele weken tijd verspreiden over de hele kroon. Kenmerkend zijn de zogenaamde vaantjes: kale takken met nog één of twee
verdorde blaadjes aan de uiteinden. Met een scherp mes kunt u een deel van een aangetaste tak afsnijden.
Bestrijding:
Naast de meest rigoureuze methode als kappen en verbranden zijn er in de loop van de achter ons liggende jaren een aantal
alternatieven óntwikkeld’ waardoor het rooien van de Iep achterwege kan blijven. Zo is er oa. een bestrijdingsmethode ontwikkeld
om iepen te injecteren met een specifiek middel waardoor de boom niet meer ziek wordt ondanks een opgelopen infectie.
Daarnaast is er een methode waar de boom preventief geinfecteerd wordt met een schimmelinfectie. Beide methodes zijn niet
zaligmakend, maar het alternatief, rooien is nog slechter.
Kanker.
Vruchtboomkanker is een schimmelziekte waarbij de cellen doodgaan en de sapstromen vanaf die plek tegenhouden. De rest van de tak
of boom zal daardoor afsterven. Ook de vruchten kunnen worden aangetast, wat neusrot wordt genoemd. Vruchtboomkanker is in de
landbouw een bekende ziekte, vooral appelrassen en enkele perenrassen zijn gevoelig, maar er zijn ook minder gevoelige of ongevoelige
rassen.
Constatering:
Deze schimmel, Sectria galligena, komt vooral voor op appelbomen. Op het hout ontstaan dode plekken die zich langzaam
uitbreiden, totdat ze de ganse tak of boom omsluiten. In de herfst ontstaan rode stippen eromheen. Het hout onder de dode
plekken is bruin. Bij jonge bomen of dunne takken zorgt de kankerplek voor een blokkering van het vochttransport. De tak of
boom sterft dan af. Bij oudere takken en stammen blijft er veelal genoeg plaats over om dit transport te verzekeren.
Bestrijding:
Gelukkig kan men de kanker vaak met een scherp mes uitsnijden. Belangrijk hierbij is om zeker diep genoeg te snijden en ook tot
in het levende hout te gaan. Als er ook maar een stukje schimmel blijft zitten, begint alles weer opnieuw. Kanker heeft vooral vat op
bomen in slechte conditie. Littekens van geplukte vruchten en van gevallen bladeren, maar ook snoeiwonden, gevorkte takken en
sporen van wildvraat zijn ideale groeibodems voor kanker. In het algemeen geldt: hoe levenskrachtiger de boom, hoe sneller
wonden overgroeid raken. Vermijd bij de snoei overdreven grote wonden ofbehandel deze met een efficiënte wondpasta.
Bastwoekerziekte.
De bacterie die verantwoordelijk is voor het ontstaan van bastwoekerziekte is actief in het voor- en najaar. De infectie kan plaatsvinden
via verwondingen van de boom. De omringende bast wordt gedood door de betreffende bacterie. Dit uit zich vaak door de gom die
gevormd wordt op de boom. De aantasting breidt zich uit van beneden naar boven.
Constatering:
Bij de eerste aantasting vinden we roodbruine blaasjes op de bast. Later barsten deze open. Vervolgens ontwikkelen zich zwarte
propvormige verdikkingen en callusvorming op het hout en scheuren in de bast. De boom probeert zich tegen de opgelopen
schade te verweren door kurkweefsel te vormen. Doordat de verwondingen zich kunnen herhalen zal er op termijn een woekering
van deze kurkweefsels ontstaan waardoor de kenmerkende bastwoekering zichtbaar wordt.
Bestrijding:
De bastwoekerziekte is op diverse manieren, mede afhankelijk van de ernst van de besmetting, te bestrijden. Allereerst, bij zeer
ernstige besmetting rest er niets anders als het rooien van de besmette boom. Zorgen voor goede groeiomstandigheden, want a.g.v.
het planten op vruchtbare, niet te zure en te natte plaatsen kan voorkomen worden dat de besmetting toeneemt. Daarnaast is er
beperkte mogelijkheid van een chemische bestrijding. Voorkomen dat bastwoekerziekte voorkomt kan tebvens gedaan worden
door de aanplant van minder gevoelige rassen
De Eikenprocessierups.
Een steeds vaker voorkomende plaag is de eikenprocessierups. Deze larve van de eikenprocessierupsvlinder is een bladvretende rups
die, zoals zijn naam doet vermoeden, vooral op eiken voorkomt. De eitjes van de rups komen uit in het
voorjaar, zodra de eerste jonge eikenbladeren tevoorschijn komen.
Constatering:
De aanwezigheid is eenvoudig voor de leek te herkennen door de enorme hoeveelheid krioelende rupsen.
De haren kunnen gemakkelijk de huid, de ogen en de luchtwegen binnendringen. De stoffen die van de
haren af komen veroorzaken een op allergie lijkende huiduitslag, zwellingen, rode ogen en jeuk. In de
meeste gevallen verdwijnen de klachten vanzelf. Veel gemeenten bieden via hun website de mogelijkheid
om de aanwezigheid van de eikenprocessierups te melden.
Bestrijding:
Bij de bestrijding van de eikenprocessierups is vooral een vroege constatering van belang. Gezien het gevaar van een plaag wordt
de bestrijding vaak op afroep door de gemeenten zelf uitgevoerd. Echter wordt in voorkomende gevallen ook de hulp van
Boomverzorging Beers ingeroepen om te assisteren. Door vroegtijdige bestrijding kan een plaag worden voorkomen. Een eerder
gebruikt middel bevatte een specifieke bacterie die in het darmstelsel van de rups nestelt waardoor alle rupsen daar last van
hadden. Deze tast vervolgens de darmwand aan waardoor de rups sterft. De dode rupsen blijven aan de eikenbladeren hangen
waar zij geen verdere schade kunnen veroorzaken.
Een andere, meer omslachtiger wijze van bestrijding is het ter plaatse verbranden van de rupsen of het wegzuigen ervan, waarna
ze begraven, verbrand of verdronken worden. Doordat er geen gebruik van gif gemaakt wordt, worden andere vlindersoorten
hierdoor niet besmet..